
In het kader van Wereldstotterdag lanceert de Nederlandse Federatie Stotteren een campagne die ons gebrek aan geduld bij stotteren in de verf zet.
Op elke honderd pasgeboren baby’s zijn er gemiddeld drie die enkele jaren nadien zullen stotteren. Stotteren heeft absoluut niets te maken met de gewone haperingen die ons allemaal wel eens overkomen, omdat we wat langer naar een woord moeten zoeken of omdat we een zin moeten afbreken en heropbouwen. Het is een spraakstoornis waarbij iemand onvrijwillig en ongewild zijn woorden onderbreekt terwijl hij die aan het uitspreken is.
Hoewel stress het probleem duidelijk in de hand werkt, is ze er niet de oorzaak van. Uit zowel structurele als functionele hersenonderzoeken blijkt namelijk dat de hersenen van mensen die stotteren verschillen van mensen die dat niet doen. Terwijl de taal van vlotte sprekers meestal overwegend door een enkele hersenhelft wordt aangestuurd, zijn er in de hersenen van stotterende sprekers spraakcentra aanwezig in beide hersenhelften.
Een van de problemen waarmee stotteraars te kampen hebben, is dat ze niet altijd kunnen zeggen wat ze willen. Dat ligt voor een groot stuk aan hun gesprekspartners, die hen onderbreken, aanvullen of na verloop van tijd zelfs niet meer luisteren. Dat is niet alleen behoorlijk irritant, het leidt vaak tot verwarring, onbegrip en soms pijnlijke misvattingen, vertelt de Nederlandse Federatie Stotteren.
De federatie wil dat gebrek aan geduld vandaag – op Wereldstotterdag – extra in de verf zetten. ‘Geef mensen die stotteren even de tijd, om uit te spreken, om op hun gemak te worden gesteld en om hun verhaal te vertellen’, klinkt het. (ev)
Op elke honderd pasgeboren baby’s zijn er gemiddeld drie die enkele jaren nadien zullen stotteren. Stotteren heeft absoluut niets te maken met de gewone haperingen die ons allemaal wel eens overkomen, omdat we wat langer naar een woord moeten zoeken of omdat we een zin moeten afbreken en heropbouwen. Het is een spraakstoornis waarbij iemand onvrijwillig en ongewild zijn woorden onderbreekt terwijl hij die aan het uitspreken is.
Hoewel stress het probleem duidelijk in de hand werkt, is ze er niet de oorzaak van. Uit zowel structurele als functionele hersenonderzoeken blijkt namelijk dat de hersenen van mensen die stotteren verschillen van mensen die dat niet doen. Terwijl de taal van vlotte sprekers meestal overwegend door een enkele hersenhelft wordt aangestuurd, zijn er in de hersenen van stotterende sprekers spraakcentra aanwezig in beide hersenhelften.
Een van de problemen waarmee stotteraars te kampen hebben, is dat ze niet altijd kunnen zeggen wat ze willen. Dat ligt voor een groot stuk aan hun gesprekspartners, die hen onderbreken, aanvullen of na verloop van tijd zelfs niet meer luisteren. Dat is niet alleen behoorlijk irritant, het leidt vaak tot verwarring, onbegrip en soms pijnlijke misvattingen, vertelt de Nederlandse Federatie Stotteren.
De federatie wil dat gebrek aan geduld vandaag – op Wereldstotterdag – extra in de verf zetten. ‘Geef mensen die stotteren even de tijd, om uit te spreken, om op hun gemak te worden gesteld en om hun verhaal te vertellen’, klinkt het. (ev)
Volg de links
Ben zelf iemand die weleens stottert, en soms hard ook ... !
pagina | 1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten