De jury antwoordde ‘ja’ op de vragen of Storme schuldig is aan de moorden op zijn vader François-Xavier Storme, zijn moeder Caroline Van Oost en zijn zus Carlouchka. Ze besliste dus dat hij de feiten heeft gepleegd en dat hij toerekeningsvatbaar was én is. Het hof en de jury bepalen dinsdag hoe lang hij de cel in moet.
13 schuldvragen
Na het slotwoord van Storme trok de jury op het proces over de Marollenmoord zich rond 10u30 terug voor de beraadslaging. De juryleden moesten op maar liefst 13 schuldvragen antwoorden. De drie belangrijkste daarvan zijn de vraag of Storme zijn ouders en zus vermoord heeft, of hij ontoerekeningsvatbaar was op het moment van de feiten en of hij op dit ogenblik ontoerekeningsvatbaar is.
De jury had een heel moeilijke opdracht want er zijn geen duidelijke bewijzen en motief voor de moorden. 
Storme dankt familie en advocaten
Met een krop in de keel richtte Leopold Storme zich vanmorgen rechtstreeks tot de jury. 'Ik zweer u, ik heb mijn ouders en Carlouchka niet gedood', zei Storme.  Hij bedankte eerst zijn familie 'die mij altijd is blijven steunen' en zijn twee advocaten, 'die mij begrepen en niet blind verdedigden'.
'Zij hebben begrepen wat mijn leven voor 16 juni 2007 was en wat ik die fatale dag heb meegemaakt, wat mijn leven daarvoor is geweest en hoe ik het proces heb beleefd.'
'Ik weet niet of ik ooit nog geloofwaardig zal overkomen, maar toch hoop ik dat u (de jury, nvdr) in deze drie weken hebt begrepen wat ik die zestiende juni heb meegemaakt', aldus Storme.
Onschuld uitschreeuwen
Hij zei dat hij dit proces zelf heeft gewild omdat 'ik wou uitleggen wat ik heb meegemaakt'. 'Ik wou in het openbaar mijn onschuld uitschreeuwen en zal dat mijn hele leven lang blijven doen. Ik wou dit proces ook om mijn verantwoordelijkheid op te nemen voor alle leugens en de vele scenario's, die ik na 16 juni 2007 heb verkondigd', ging Storme verder.
'Ik was dat aan mijn ouders en mijn zus Carlouchka verschuldigd en ik had dit proces nodig om te kunnen beginnen rouwen', aldus Storme.
'Belofte niet nagekomen'
'Op 16 juni heb ik de enige belofte die ik mijn papa ooit heb gemaakt, niet kunnen nakomen. Ik ben gevlucht toen mijn mama mij om hulp riep. Ik ben ook tekort geschoten om mijn zus te redden. Carlouchka is in mijn armen gestorven.'
'Ik kan niet zeggen wat er in mij omging, woorden schieten mij te kort en hebben onvoldoende kracht om dit te beschrijven. We zijn nu 3,5 jaar na hun dood en over 150 jaar zal ik nog altijd niet kunnen beschrijven wat ik toen voelde.'
'Ik ben gevlucht, dat was mijn reactie. Ik dacht mijn aanwezigheid te verdoezelen. Dat is wansmakelijk, verwerpelijk en een zoon onwaardig. Maar ik zag geen andere uitweg.'
'Horror van hun dood'
'De mensen die mij toen hadden kunnen helpen, die mij hadden kunnen zeggen wat ik moest doen, waren er niet meer. Zij hebben mij heel hun leven lang met liefde omringd. Zij hebben mij door dik en dun gesteund. Ik zal nooit meer aan die magische momenten kunnen terugdenken, aan alle tederheid en begrip en ook de moeilijke momenten, zonder ook te denken aan de horror van hun dood'.
Storme zei dat hij zich niet altijd gedragen heft zoals het hoorde, maar 'ik zou hen nooit enig kwaad berokkenen'.
'De moordenaars van mijn ouders heb ik gezien. Ik heb ze gehoord en gevoeld zoals ik u hier zie en hoor. Het waren geen schimmen of producten van mijn waanzin.'
'Zoals u ziet, heb ik het niet gemakkelijk om in het openbaar te spreken. Ik was op 16 juni 2007 weldegelijk aanwezig in de winkel van mijn ouders, maar ik zweer u, ik heb mijn ouders noch Carlouchka gedood', zei hij tot slot.