Naburige groepen jager-verzamelaars wisselden geregeld nieuwe vaardigheden uit. Zo groeide de mens als soort boven alle andere levende wezens uit.
Het grootste deel van zijn bestaan – tussen 2 miljoen en 10.000 jaar geleden – leefde de mens als jager-verzamelaar. Kleine groepjes van zo’n 20 tot 50 individuen zwierven rond op zoek naar voedsel. Om de samenlevingspatronen binnen zo’n primitieve groep beter te begrijpen, bestudeerden antropologen 32 hedendaagse jager-verzamelaar-culturen. Hun resultaten zijn deze week gepubliceerd in Science.
Vandaag leven bijvoorbeeld de Inuit in het Noordpoolgebied en de San in de Kalahariwoestijn op een vergelijkbare manier. De meeste groepsleden bleken verbazend genoeg weinig genetisch met elkaar verwant. Broers en zussen leven samen maar zijn vrij om de groep te verlaten of bij hun familie te blijven. Omgekeerd wijken nieuwe ‘echtgenoten’ in vanuit naburige groepen.
De aanwezigheid van de ‘overlopers’ verlaagt de spanning tussen naburige groepen. Dat is niet zo bij apenfamilies, die eerder vijandig naast elkaar leven. Volgens de onderzoekers groeide zo een groot sociaal netwerk waarin geregeld innovatief gedrag en kennis werden uitgewisseld.
De ontwikkeling van deze doorgedreven sociale interactie verklaart volgens de onderzoekers waarom mensen – in tegenstelling tot andere dieren – hun kennis, vaardigheden en cultuur continu konden uitbreiden en zo boven alle andere soorten uitstijgen. (kv)
Het grootste deel van zijn bestaan – tussen 2 miljoen en 10.000 jaar geleden – leefde de mens als jager-verzamelaar. Kleine groepjes van zo’n 20 tot 50 individuen zwierven rond op zoek naar voedsel. Om de samenlevingspatronen binnen zo’n primitieve groep beter te begrijpen, bestudeerden antropologen 32 hedendaagse jager-verzamelaar-culturen. Hun resultaten zijn deze week gepubliceerd in Science.
Vandaag leven bijvoorbeeld de Inuit in het Noordpoolgebied en de San in de Kalahariwoestijn op een vergelijkbare manier. De meeste groepsleden bleken verbazend genoeg weinig genetisch met elkaar verwant. Broers en zussen leven samen maar zijn vrij om de groep te verlaten of bij hun familie te blijven. Omgekeerd wijken nieuwe ‘echtgenoten’ in vanuit naburige groepen.
De aanwezigheid van de ‘overlopers’ verlaagt de spanning tussen naburige groepen. Dat is niet zo bij apenfamilies, die eerder vijandig naast elkaar leven. Volgens de onderzoekers groeide zo een groot sociaal netwerk waarin geregeld innovatief gedrag en kennis werden uitgewisseld.
De ontwikkeling van deze doorgedreven sociale interactie verklaart volgens de onderzoekers waarom mensen – in tegenstelling tot andere dieren – hun kennis, vaardigheden en cultuur continu konden uitbreiden en zo boven alle andere soorten uitstijgen. (kv)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten